Het fiscale werk met betrekking tot een rekening in het buitenland

Het fiscale werk met betrekking tot een rekening in het buitenland

U bent alleen of samen met anderen titularis van een rekening in het buitenland. De fiscale wetgever doet er alles aan om het aanhouden van een rekening in het buitenland te ontmoedigen en de repatriëring van de kapitalen op die rekening aan te moedigen.
  1. Aangifte van de buitenlandse rekening
Ten eerste dient u elk jaar aan te geven dat u titularis bent van een rekening die werd geopend bij een buitenlandse instelling. Het land waar de instelling gevestigd is, moet eveneens worden vermeld in uw jaarlijkse belastingaangifte.
  1. Aangifte van buitenlandse roerende inkomsten
U dient eveneens de dividenden en interesten te vermelden waarop de Belgische bronheffing niet werd toegepast. Daarom moeten dividenden van buitenlandse aandelen (uitgekeerd door bedrijven die niet in België gevestigd zijn) en de interesten ook worden opgenomen in uw aangifte. Het te vermelden bedrag bestaat uit het brutobedrag van de inkomsten, verminderd met de eventuele buitenlandse bronheffing die werd ingehouden.

Hiervoor dient u aan de buitenlandse instelling een overzicht te vragen van de bruto-inkomsten en een gedetailleerde becijfering van de bronheffingen die werden toegepast in het desbetreffende jaar.

Het nettobedrag van de roerende inkomsten zal afzonderlijk worden belast tegen 30% (tenzij het gemiddelde tarief dat voortvloeit uit de samentelling van de inkomsten, gunstiger is voor de belastingplichtige).
  1. Aangifte taks op de beursverrichtingen (TOB)
Wanneer u aandelen of obligaties aan- of verkoopt of deelbewijzen van een fonds of een bevek terugkoopt op de beurs via een Belgische financiële instelling, dient u een taks op de beursverrichtingen (TOB) te betalen. Die taks wordt sowieso ingehouden, ongeacht het feit of er al dan niet een meerwaarde werd gerealiseerd. Wanneer u een gelijkaardige beursverrichting doet, bent u de taks sowieso verschuldigd.

Het tarief – 0,12%, 0,35% of 1,32% - van deze taks is afhankelijk van het type financieel product. De wetgeving voorziet in een plafond per uitgevoerde verrichting.

De Belgische instelling die uw kapitaal beheert, dient deze taks te innen en staat in voor de formaliteiten zoals de aangifte en de betaling aan de Schatkist. De wetgeving stelt sinds 2017 dat een Belgische inwoner deze formaliteiten eveneens dient te vervullen wanneer het kapitaal op een buitenlandse rekening waarvan hij titularis is, het voorwerp uitmaakt van een aan- of verkoopverrichting op de beurs en de buitenlandse instelling de taks niet heeft doorgestort aan de Belgische Schatkist. Bepaalde in het buitenland gevestigde instellingen hebben een erkenning verkregen bij de Belgische belastingdienst om deze formaliteiten te vervullen. Niet alle buitenlandse financiële instellingen bieden echter deze dienstverlening aan hun cliënten aan. In dat geval dient de titularis van de rekening, die een Belgische inwoner is, de verschuldigde taks te berekenen, een aangifte in te dienen betreffende de taks op de beursverrichtingen en deze te betalen aan de fiscus.

De taks moet uiterlijk worden betaald op de laatste werkdag van de tweede maand na de maand waarin de verrichting die onderhevig is aan de taks, werd uitgevoerd. De aangifte moet uiterlijk op de dag van de betaling van de taks worden ingediend.
  1. Aangifte bij de terugkoop van aandelen van bepaalde kapitalisatiebeveks
Indien een kapitalisatiebevek, waarvan de activa belegd zijn in schuldvorderingen of obligaties (meer dan 10% voor deelbewijzen gekocht vanaf 01/01/2018; meer dan 25% voor deelbewijzen gekocht vóór 01/01/2018), haar deelbewijzen terugkoopt van een Belgische inwoner, dan dient deze laatste, naast het vervullen van de formaliteiten betreffende de taks op de beursverrichtingen (TOB) die hierboven worden uitgelegd, in de personenbelasting ook een gedeelte van de gerealiseerde meerwaarde aan te geven.

De berekening van dit gedeelte is onderworpen aan specifieke bepalingen en diverse commentaren van de belastingdienst. Het gaat om een complexe regelgeving die buitenlandse instellingen vaak niet kennen. De regels zijn zodanig complex dat een particulier zelf niet in staat is om dit gedeelte te bepalen. Wanneer hij van de buitenlandse instelling echter onvoldoende informatie verkrijgt, zal hij de volledige meerwaarde moeten aangeven die werd verkregen bij de terugkoop van deelbewijzen door de bevek. Die meerwaarde zal afzonderlijk worden belast tegen 30% (tenzij het gemiddelde tarief dat voortvloeit uit de samentelling van de inkomsten, gunstiger is voor de belastingplichtige).
  1. Aangifte taks op de effectenrekeningen
Onlangs werd er in België een nieuwe versie van de taks op de effectenrekeningen ingevoerd. Die is verschuldigd op rekeningen (effecten en cash) met een waarde van meer dan 1.000.000 EUR, en met name op effectenrekeningen die werden geopend op naam van een Belgische inwoner bij een buitenlandse instelling.
De belastbare grondslag wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde saldo op de effectenrekening op het einde van elk kwartaal. Het eerste referentiekwartaal begint op 1 oktober (voor 2021 moet men rekening houden met het gemiddelde saldo van drie kwartalen, waarbij het eerste referentiesaldo vastligt op 31 maart 2021).

Deze taks wordt ingehouden door in België gevestigde financiële instellingen wanneer de effectenrekening geopend werd bij een in het land gevestigde instelling. Indien de effectenrekening echter werd geopend bij een in het buitenland gevestigde instelling, dan moet de belastingplichtige die een Belgische inwoner is en die binnen het toepassingsveld van de taks valt, deze taks aangeven en betalen aan de Schatkist. Om dat te kunnen doen, zal men de belastbare grondslag moeten bepalen indien de buitenlandse instelling de berekeningsbasis niet kan verstrekken, tenzij zij werd erkend om de aangifte van deze taks in te dienen en deze rechtstreeks door te storten aan de Belgische belastingdienst. Dit bewijs dient de belastingplichtige te bewaren met het oog op een eventuele controle.
  1. De internationale CRS-bepalingen
Zelfs indien u geen aangifte doet van een buitenlandse rekening, is de administratie ervan op de hoogte dat u de titularis ervan bent. De CRS-bepalingen ('Common Reporting Standard') die van toepassing zijn binnen de lidstaten van de OESO en de Europese Unie, voorzien immers in een automatische uitwisseling van inlichtingen. Elke financiële instelling moet aan de administratie waaronder ze valt, inlichtingen bezorgen over de rekeningen die werden geopend op naam van niet-ingezetenen. De belastingdienst die deze inlichtingen verzamelt, stuurt ze vervolgens door naar de fiscus van de woonstaat van de titularis van de rekening.

Deze inlichtingen hebben betrekking op de gegevens van de titularis van de rekening, de aan- en verkoopverrichtingen op de rekening, de ontvangen interesten en dividenden en het saldo op 31 december van elk jaar (of op de afsluitingsdatum van de rekening).

Dit gezegd zijnde, zelfs indien u vermeldt dat u titularis bent (geweest) van een financiële rekening in de loop van een jaar, kan de administratie u om inlichtingen vragen om de herkomst van het kapitaal en de aangegeven buitenlandse inkomsten exact te bepalen. Het is nooit aangenaam om een vraag om inlichtingen te krijgen en om, in voorkomend geval, te moeten antwoorden dat u de bewijsstukken niet langer in uw bezit heeft. In dat geval kan de administratie een grondiger onderzoek verrichten.
  1. De Kaaimantaks
Om te ontsnappen aan de aangifteverplichting van een buitenlandse rekening, was u misschien geneigd om een offshore vennootschap op te zetten of een reeds bestaande gelijkaardige structuur te verwerven.

Een dergelijke entiteit is een stuk minder interessant geworden door de toepassing van de 'Kaaimantaks'. De bepalingen betreffende de Kaaimantaks verplichten elke Belgische ingezetene die een offshore structuur heeft opgericht of de begunstigde ervan is, om in zijn belastingaangifte te vermelden dat hij deze heeft opgericht of de begunstigde ervan is. Hij moet ook de inkomsten die deze entiteit voortbrengt, opnemen alsof hij ze rechtstreeks zou hebben ontvangen.
  1. De DAC 6-richtlijn
We voegen er nog aan toe dat indien een financiële instelling zou hebben meegewerkt aan de oprichting van een offshore entiteit of dit zou hebben geadviseerd aan een Belgische belastingplichtige of ze zou hebben beheerd, ze dit moet aangeven in het kader van de bepalingen van de Europese richtlijn DAC 6.

Deze richtlijn, die van toepassing is in alle lidstaten, verplicht elke financiële tussenpersoon die tussenkomt in de oprichting of het beheer van een grensoverschrijdende fiscale planningconstructie, om het bestaan ervan te melden aan de administratie.
  1. Planning en krediet
Successieplanning kan ingewikkelder worden wanneer de financiële activa van een belastingplichtige worden bewaard bij een buitenlandse instelling. Het is veel gemakkelijker om bijvoorbeeld een overdracht uit te voeren, via een bankgift, indien het kapitaal zich in het land bevindt.

Indien u tot slot overweegt om een krediet aan te gaan, kan u dat niet worden toegekend indien de waarborg betrekking heeft op kapitaal dat werd ondergebracht in een buitenlandse instelling. De waarborg kan enkel worden gevestigd indien het kapitaal wordt gerepatrieerd naar de Belgische instelling die het krediet verleent.
  1. Fiscale regularisatie
Indien u geen regularisatieaangifte heeft ingediend, voor zover een regularisatie nodig zou zijn, mag u daarmee niet talmen. Op 16 maart jongstleden werd er immers een wet gestemd waardoor er eind 2023 een einde komt aan de zogenaamde 'permanente' regularisatie van belastingen die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen (bv. inkomstenbelastingen, btw). Indien u overweegt om deze belastingen te regulariseren, dient u dit vóór 31 december 2023 aan te vragen.

Besluit
Kapitaal aanhouden in het buitenland is weliswaar niet verboden, maar door alle beperkingen die worden opgelegd om dit kapitaal transparanter te maken, of ervoor te zorgen dat de fiscale wetgeving correct wordt toegepast, wordt de particulier geconfronteerd met enkele omslachtige formaliteiten. Hij kan zich terecht afvragen of de repatriëring van zijn buitenlandse activa het niet gemakkelijker zou maken om aan zijn fiscale verplichtingen te voldoen.

Indien u nog vragen heeft over de besproken thema's of overweegt om uw kapitaal te repatriëren, kunt u steeds contact opnemen met het departement Wealth Planning & Structuring.