Opinieartikel van Pinaki Das, Head of Thematic Research, Quintet Private Bank
De oorlog in Oekraïne is, zoals elke oorlog, in de eerste plaats een menselijke tragedie. Maar deze oorlog kan ook op een ander kritiek terrein een keerpunt betekenen voor de mensheid: de toekomst van onze energievoorziening en de daarmee verband houdende strijd tegen klimaatverandering. Nu de oorlog voortduurt, wordt duidelijk dat hij de Europese energietransitie waarschijnlijk zal versnellen.
Wat energie betreft, is de reactie van de markt op de invasie van Oekraïne tot dusver logisch geweest, gezien de directe behoefte aan energie in de winter. De prijzen van belangrijke energiegrondstoffen, waaronder olie, aardgas en steenkool, schieten steeds verder omhoog. Vooral in Europa, dat ongeveer 20% van de olie en 40% van het gas uit Rusland haalt, komt dit effect hard aan.
Doordat de sancties strenger worden en er steeds meer maatregelen tegen Rusland worden genomen, hebben de EU-landen op korte termijn geen andere keuze dan snel op zoek te gaan naar alternatieve energiebronnen. Duitsland, de grootste verbruiker van Russisch gas in Europa, is overgegaan tot de opschorting van de certificering van de Nord Stream 2-pijpleiding, waarmee Russisch gas naar Duitsland zou worden aangevoerd. Vervolgens kondigde Berlijn aan dat de steenkoolcentrales inmiddels stand-by staan en mogelijk zelfs weer zullen worden ingezet, waardoor de geplande sluitingen in het kader van het steenkoolexitplan worden teruggedraaid. Deze stap zou een paar weken geleden nog ondenkbaar zijn geweest in een land dat met zo veel overtuiging streeft naar CO2-neutraliteit.
“Pragmatisme moet het winnen van elke politieke belofte”, aldus Robert Habeck, de Duitse Minister van Economische Zaken en lid van de Groenen.
De uitspraak van Habeck maakt duidelijk dat de Europese leiders onder druk zullen blijven staan om iets te doen aan de economische kosten van de oorlog en om het continent op langere termijn minder afhankelijk te maken van energie uit politiek onstabiele regio's. In bepaalde opzichten is dit weer een déjà vu. Ik doel hiermee op de olieboycot van 1973, toen de olieprijs in minder dan een half jaar tijd 300% steeg. Dit leidde tot een luide roep om energieonafhankelijkheid. Maar zoals we weten, is er in werkelijkheid niet veel veranderd.
Deze keer heeft de wereld echter de mogelijkheid om anders te reageren. Vijf decennia na de invoering van de Dag van de Aarde is milieubewustzijn niet langer een randverschijnsel, maar iets dat in het middelpunt van de belangstelling staat. Ook dit geldt vooral voor Europa, waar het conflict heel dichtbij is en het milieubewustzijn groter is dan op de meeste plaatsen in de wereld. Het belangrijkste is dat de technologie om afstand te nemen van fossiele brandstoffen in de jaren 1970 nog niet bestond. Tegenwoordig is dat wel zo, ook al zijn een stevige beleidsondersteuning en aanhoudende investeringen nodig om voldoende schaalgrootte te bereiken.
In de komende jaren kunnen de bouw van nieuwe infrastructuur voor de invoer van aardgas en het weer nieuw leven inblazen van gasopslag de druk enigszins verlichten en de bedreigingen voor de energiezekerheid verminderen. Duitsland heeft al aangekondigd dat er nieuwe LNG-terminals gebouwd zullen worden en de EU wil vóór volgende winter de opslagcapaciteit voor gas verdubbeld hebben. De verschuivingen op langere termijn zullen waarschijnlijk nog meer impact hebben.
De EU heeft al ambitieuze plannen voor een overstap naar schone energie, waaronder het bereiken van een nuluitstoot tegen 2050. De samenstelling van de elektriciteitsproductie verandert bijvoorbeeld al heel snel. Aan het einde van dit decennium kan de EU mogelijk in ongeveer 85% van haar elektriciteitsbehoefte voorzien door gebruik te maken van hulpbronnen zonder CO2-uitstoot, vergeleken met minder dan 60% in 2020. Maar op andere terreinen, zoals verwarming, vervoer en chemie, zijn er bijkomende inspanningen nodig.
Naar verwachting zal de EU op korte termijn met een nieuwe energiestrategie komen om zich onafhankelijk te maken van Russisch gas. Deze strategie zal inhouden dat het gebruik van fossiele brandstoffen vóór 2030 met 40% moet worden verminderd (wat gelijkstaat aan de hoeveelheid gas die uit Rusland wordt geïmporteerd). Ook zal er meer steun komen voor hernieuwbare energie. “Een sterke Europese Unie mag niet zo afhankelijk zijn van een energieleverancier die dreigt met een oorlog op ons continent”, zei de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, half februari. “Wij voeren onze inspanningen op het gebied van duurzame energie op”, voegde ze daaraan toe.
In het verlengde hiervan kondigde Duitsland onlangs aan dat het de streefdatum voor de volledige overstap naar hernieuwbare energie met vijftien jaar vervroegd heeft, naar 2035.
Tegen 2030 kan Europa volgens sommige scenario’s de afhankelijkheid van Rusland sterk verminderd hebben en overgeschakeld zijn op lokaal geproduceerde schone energie, dankzij windmolenparken op zee, waterstof en elektrische voertuigen. Ondertussen kan het vervoer worden geëlektrificeerd of kan hiervoor veel agressiever worden ingezet op groene waterstof, waardoor de afhankelijkheid van geïmporteerde olie afneemt. Voor verwarming, waarvoor decarbonisatie lastiger te realiseren is, kan de transitie plaatsvinden via een combinatie van elektrificatie en groene waterstof. Ook hierbij bestaat de basis uit de lokale productie van hernieuwbare energie. Technologieën zoals interconnectie, energieopslag, slimme netwerken en gedecentraliseerde productie kunnen bijdragen aan de Europese energietransitie.
Sommigen beschouwen deze scenario’s als een utopie. Anderen voeren terecht aan dat de wereld zich moet concentreren op de humanitaire crisis in Oekraïne. Maar ook ik deze tijd van oorlog is het tegengaan van de klimaatverandering echter mogelijk en ethisch. Want elke euro die wordt geïnvesteerd in schone energie kan uiteindelijk bijdragen aan meer stabiliteit in de wereld.
Een groener Europa zou niet alleen een sterker Europa zijn, maar zou de wereld ook veiliger maken.
Ook al gaan de koolmijnen in Duitsland misschien tijdelijk weer open, Europa heeft een unieke kans om de lessen uit het verleden toe te passen. Deze keer kan en moet het anders gaan.
Pinaki Das is Head of Thematic Research bij Quintet Private Bank. De uitspraken en visies die worden weergegeven in dit document zijn die van de auteur op 14/03/2022 en zijn aan verandering onderhevig. De informatie in dit document is bovendien van algemene aard en vormt geen juridisch, boekhoudkundig, fiscaal of beleggingsadvies. Beleggers moeten zich ervan bewust zijn dat in het verleden behaalde resultaten geen indicatie vormen voor toekomstige resultaten en dat de waarde van beleggingen kan dalen of stijgen. Veranderingen in de wisselkoersen kunnen er ook toe leiden dat de waarde van de onderliggende beleggingen stijgt of daalt.